Jump to navigation
Begrippen rond om het naaien
A
- Accessoires
- Zo noem je de kleine onderdelen en gereedschappen, die bij de machine meegeleverd worden.
- Afdekkap
- Beschermt de machine tegen stof en stoten.
- Afkanten
- Afkanten wil zeggen de overlocknaad beëindigen resp. in het luchtledige naaien.
- Afzetten
- Dit is het proces waarbij de ruwe stof of een band omgenaaid wordt om deze tegen rafelen te beschermen. Je kunt ook de stofranden met een overlocksteek afwerken (overlocken).
- Afsnijder
- Snijdt de onderdraad of de draadketen aan het eind van de naad af.
- Afstandhouder
- Zorgt voor precieze afstand tot de stofrand of bij steppen tot de parallel verlopende naden.
- Afstandsliniaal
- Zorgt voor precieze afstand tot de stofrand of bij steppen tot de parallel verlopende naden.
- Afhechten
- Wordt ook hechten genoemd - het begin en het eind van de naad worden afgehecht, om te voorkomen dat de naad opengaat.
- Aanschuiftafel
- Geeft extra werkvlak bij het naaien en meer ruimte om iets neer te leggen.
- Applicatieschaar
- Dit is een vleugelschaar, waarmee je niet per ongeluk te ver in de stof knipt.
- ATD
- Zo heet het automatische draadtoevoersysteem, het bestaat uit drie sensoren (steekbreedtesensor, steeklengtesensor, diktesensor)..
B
- Biasband
- Dit band wordt diagonaal ten opzichte van het verloop van de draad gesneden en dient als afzetband.
- Bovendraad
- De bovendraad is de naalddraad, de van boven via de machine verlopende draad.
- Bovendraadspanning
- Deze wordt handmatig of automatisch voor de naalddraad ingesteld. Dat hangt af van de aard van de stof en de naad, die uitgevoerd wordt.
- Bovengrijper
- Dat is de grijper bij overlock- en coverlockmachines, die boven de ondergrijper is aangebracht. Hij legt de lus bovenop de stofrand, die dan met één of twee naalden wordt gehouden.
- Bovenmes
- Het bovenmes is het beweeglijke mes voor het snijden van de stofrand bij overlock- en coverlockmachines. Dit mes kun je vervangen.
- Biasbandvoet
- Met dit apparaat worden stofstroken in één arbeidsproces dubbelgevouwen en genaaid. Leg je bijvoorbeeld een halsuitsnede tijdens het naaien tussen de gevouwen stofstroken, wordt deze halsuitsnede in een dubbelgevouwen strook gevat, zodat je een mooie zoom hebt.
- Bandgeleiding
- De bandgeleiding is een apparaat om band ergens op te naaien. Met twee schroeven wordt dit apparaat op de covertafel bevestigd. De bandgeleiding is niet bij levering inbegrepen en moet je apart kopen.
- Bulkgaren
- Bulkgaren is heel zacht en hoog elastisch garen voor overlockmachines. Bijzonder geschikt is dit garen voor tricotzakken en siernaden (wavenaad).
- BLCS
- De BLCS is de covermachine van baby lock.
- Blinde zoom
- Dit is een aan de bovenkant onzichtbare zoom bij naaimachine en overlock. De blinde zoom wordt bijvoorbeeld bij broeken of zomen van jacks gebruikt.
- Blindzoomvoet
- Dit is een speciaal naaivoetje om een aan de bovenkant onzichtbare zoom te maken met naaimachine en overlock.
- Blindzoommachine
- De blindzoommachine is een speciale machine voor het naaien van een aan de bovenkant van de stof onzichtbare zoom.
- Blindzoomnaald
- Deze naald is een gebogen naald, speciaal voor de blindzoommachine.
- Boordjes
- Boordjes heb je in allerlei vormen en zijn voor de onderrand van een kledingstuk.
C
- Covervoet
- Er zijn twee verschillende covervoeten. Aan de BLCS is de covervoet standaard aangebracht. Voor de combinatiemachines van baby lock kun je een covervoet er extra bij kopen. De covervoet voor de combimachines is smaller dan de standaardvoet en is daarom beter geschikt voor covernaden.
- Coverlock
- De coverlock is een gecombineerde machine bestaande uit overlock- en covermachine.
- Covermachine
- Is een zoommachine zonder mes, voor elastische stoffen. Je kunt met de covermachine ook stukken met een kettingsteek aan elkaar naaien. De covermachine heeft een ondergrijper en maximaal drie naalddraden. Je kunt dus met een, twee of drie naalden naaien.
- Converter
- Wordt ook hulpgrijper genoemd. Hij sluit de bovengrijper en fungeert als hulpgrijper bij een tweedradennaad.
- Coversteek
- Dat is een zoomsteek met twee of drie parallelle naadlijnen aan de bovenkant van de stof. Aan de onderkant is een lus, daardoor ontstaat er een zeer elastische naad, die juist voor jerseystoffen geschikt is en de zoom netjes afwerkt.
- Coversteekgeleiding
- Deze wordt ook zoom- of stofgeleider genoemd en dient ertoe om beter recht te kunnen naaien bij het zomen.
- Covergrijper
- De covergrijper bevindt zich onderaan in de cover- resp. coverlockmachine. Deze grijper legt een lus onder de stof, die dan met een, twee of drie naalddraden (afhankelijk van hoeveel naalden je wilt gebruiken) wordt bevestigd.
- Compensatievoet
- Compenseert verschillende stofhoogtes bij het afsteppen.
D
- Decornaad
- Is een siernaad die meestal met decoratief garen wordt genaaid. Deze versiert resp. waardeert een kledingstuk op.
- Desire
- Is een coverlockmachine, dus een gecombineerde machine van baby lock. De Desire kan met maximaal vijf draden naaien.
- Differentieel transport
- Met dit stoftransport kunnen stoffen uitgerekt, ingehouden en gerimpeld worden.
- Draadsnijder
- De draadsnijder van baby lock bevindt zich links aan de machine en lijkt op een scherp mes.
- Draadgeleiding
- Of de beschrijving van de route van het inrijgen van het garen. Dit is meestal een afbeelding op de machine.
- Draadtoevoersysteem
- Dit is het geoctrooieerde systeem van baby lock, dat de gebruikelijke draadspanning heeft afgelost.
- Draadlus
- Wil je een dikke of juist heel dunne draad inrijgen, dan wil dat vaak niet met blazen. In dit geval wordt van het garen een lus gevormd, waarvan de uiteindes in het oog worden geblazen. De te zware, te dikke of te lichte draad wordt in deze lus (ook draadwieg genoemd) gelegd en door het kanaal getrokken.
- Draadspanning
- De draadspanning bestaat in de regel uit twee metalen schijven waar de draden ingelegd worden. Door een draaiknop kunnen de schijven meer of minder vast samengedrukt worden, zodat de draad vaster of losser door de schijven loopt.
- Draadafsnijder
- Dit is een mes aan de machinekop om de draad af te snijden.
- Draadketen
- Een draadketen vormt zich zowel bij de overlock als bij de covermachine, als je in het luchtledige naait, dus als er geen stof onder de machine ligt. Deze draadketen kun je ook als sierketen gebruiken.
E
- Eclipse
- Dit is een 4-draads-overlockmachine met luchtstootsysteem van baby lock. De Eclipse is een tijd geleden afgelost door het opvolgermodel Enspire.
- Embellisher
- Dit is de naam van de viltmachine van de baby lock. Deze heeft 12 speciale naden met een scherpe weerhaak. Daarmee kun je verschillende stoffen, wol e.d. door vilten met elkaar verbinden voor een mooi effect. De machine heeft bovendien een garen- en bandjesgeleider.
- enlighten
- Zo heet de 4-draads-overlockmachine met luchtstootsysteem ATD en wave-naad van baby lock.
- enspire
- Dit is een 4-draads-overlockmachine met luchtstootsysteem van baby lock. De machine heeft geen draadtoevoersysteem, de draadspanning wordt handmatig geregeld.
- Evolution
- Dit is een 8-draads-coverlockmachine met luchtstootsysteem, ATD en wave-naad van baby lock.
- evolve
- Dit is een 8-draads-coverlockmachine met luchtstootsysteem ATD van baby lock. De evolve wordt niet meer geproduceerd.
- Elastiekvoet
- Dit is een speciale voet voor het naaien van elastiek, waarbij de spanning van het elastiek instelbaar is. De elastiekvoet is niet bij levering inbegrepen en kan naar behoefte extra worden bijbesteld.
F
- Fronsen
- Ook wel rimpelen genaamd: stof op een bepaalde maat samentrekken, met de machine of met de hand.
- Flatlock
- Ook wel platte naad genaamd is een bijzondere overlocknaad waarmee stoffen met elkaar worden verbonden. De platte naad wordt in de regel met maar twee draden genaaid, maar is ook met drie draden mogelijk. Het voordeel van de platte naad is, dat er geen extra stof vereist is, wat bij kleding met speciale functies een groot voordeel is. Verder is het een siernaad die zowel aan de boven- als onderkant gebruikt kan worden.
G
- Gesloten overlocksteek
- Zo noem je overlocknaden, die de stofranden afwerken, omnaaien of afzomen.
- Gecombineerde machine
- Dat is een combinatie van twee machines in één (overlock en coverlock). Deze machine is een goed alternatief voor twee machines. Je hebt minder ruimte nodig en je kunt met deze machine gecombineerde naden maken.
- Gecombineerde naad
- Dat is een naadcombinatie van cover- en overlocksteek. De gecombineerde naad wordt graag voor het gelijktijdig sluiten en afwerken van een naad gebruikt.
- Garennet
- Het garennet wordt over de garenspoel getrokken om de draad aan de spoel te houden. Juist zwaar of glibberig garen heeft de neiging van de spoel te vallen. Dan kan het snel gebeuren dat de draad verstrikt raakt en scheurt.
- Garentoevoersysteem
- Oftewel ATD, het geoctrooieerde draadtoevoersysteem van baby lock. Drie sensoren regelen de draadtoevoer: Steekbreedtesensor, steeklengtesensor, diktesensor.
- Garenkloshouder
- Deze pen aan de machine is om op de garenspoel op te zetten.
H
- Hechten
- Wordt ook afhechten genoemd - het begin en het eind van de naad worden (af)gehecht, om te voorkomen dat de naad opengaat.
- Handwiel
- Op iedere naai-, cover- en overlockmachine zit aan de rechterkant een handwiel. Als je hier aan draait, beweeg je de naaldstang in of tegen de naairichting. Met het handwiel kun je moeilijke naaiprocessen beter ondersteunen.
- Handboek
- Oftewel de gebruiksaanwijzing, hoort altijd onder handbereik te liggen en is onderdeel van de levering. Juist bij een nieuwe aankoop van een baby lock is het handboek onmisbaar, omdat er belangrijke aanwijzingen en gebruiksinformatie in staat.
- Hulpgrijper
- Wordt ook wel converter genoemd, is de inrichting waarmee de bovengrijper wordt gesloten. Deze wordt wederom alleen gesloten als je een naad met twee draden wilt naaien.
I
- Inrijgsysteem
- Dit is een hulpmiddel voor het inrijgen van de naald aan de naaimachine. Er zijn handmatige en mechanische naaldinrijgsystemen.
- Inrijgdraad
- Met deze draad kun je zwaardere garens inrijgen. Verder dient het als reinigingshulp voor baby lock-machines.
- Inrijghendel
- Ook wel hendel voor het luchtstootsysteem genaamd, bedoeld om het grijper-inrijgsysteem aan de baby lock-machine te sluiten.
- Inrijgen
- Inrijgen is het proces waarbij je de machine van draad voor de grijper en naalden voorziet. Er is een bepaalde route voor het inrijgen en vaak - behalve bij baby lock - een inrijgvolgorde. De weg en de volgorde is meestal op de machine afgebeeld.
- Inrijgpoort
- Daarmee is de inrijgopening voor het luchtstootsysteem voor het inrijgen van de grijper van de baby lock-machines bedoeld.
- Inrijgvolgorde
- Dat is de weg die de draad aflegt en die op de machine gemarkeerd is. De inrijgroute voor de boven- en onderdraad zijn verschillend per machine.
J
- Jet Air systeem
- Het Jet Air systeem is het luchtstootsysteem van baby lock voor het inrijgen van de grijper.
K
- Keuzeschakelaar
- Dat is het bedieningselement aan de naaimachine waarmee je programma’s of instellingen kunt kiezen.
- Katoengaren
- Dit is een bijzonder zacht garen om te naaien en te stikken.
- Kettingsteek
- De kettingsteek is een steek die met de covermachine genaaid is. Hij wordt met een naald- en een grijperdraad genaaid. Het voordeel van de kettingsteek is dat hij heel stevig en rekbaar is. Verder is de kettingsteek ook weer gemakkelijk te verwijderen.
- Kniehevel
- De kniehevel is voor het heffen en laten dalen van het naaivoetje met de knie, zodat je handen vrij zijn om het naaiwerk te bewegen.
L
- Linnenknoopsgat
- Dit is een bijzonder stevig knoopsgat, voor bijvoorbeeld beddengoed.
- Locknaad
- Wordt ook overlocknaad genoemd - stofranden worden voor of tijdens het samenvoegen afgekant, zodat ze niet uitrafelen.
- Lussen
- Meestal wordt bij het naaien de lus van een naaigaren bedoeld. Je kunt ook met de hand lussen maken. Bij de overlock- en coverlockmachines worden de lussen door een grijper gemaakt.
- Ledverlichting
- Dit is een lichtdiode met een licht dat lijkt op daglicht, koud en niet-verblindend. De ledverlichting is duidelijk helderder dan het gebruikelijke elektrische licht.
- Laddersteek
- De laddersteek is een speciale naad, die met overlocken gemaakt wordt. Deze wordt met twee draden als platte naad genaaid.
- Luchtstootsysteem
- Ook wel Jet Air systeem genaamd, is het inrijgsysteem voor de grijper bij de baby lock- machines. Door een druk op de knop of hendel wordt de lucht met de draden door de kanalen geblazen.
M
- Maat
- Voor je een naaiproject start, moet de stof op de juiste maat geknipt zijn.
- Magneetliniaal
- "De magneetliniaal is een hulpmiddel voor het rechte naaien. Hij wordt op de steekplaat ‘geklikt’.
- Mazenverloop
- Dat is het verloop van de draad bij tricotstoffen. Hij verloopt parallel langs de randen van de stof.
- Mesafdekking
- De mesafdekking dient ter bescherming van het mes en je handen. De machine is uit veiligheidsoverwegingen zo gemaakt, dat hij niet naait, als de mesafdekking geopend is.
- Mesvergrendelingssysteem
- Bij de over- en coverlocks van baby lock is er een knop. Als je daar op drukt, gaat het mes omlaag en vergrendelt zich, hij beweegt niet meer en wordt zo gedeactiveerd.
- Metallic garen
- Dit is een speciaal garen met glanzende, metalen extra draad. Het is geschikt voor decoratieve naden.
N
- Naaldopvangbakje
- Mocht er een keer per ongeluk een naald uit de machine vallen, dan is er een opvangschaal bij de baby lock. De naald ligt dan in deze opvangschaal (lade) en kun je er zo weer uittrekken.
- Naaldwisselaar
- Dit is een handmatig hulpmiddel om naalden in te zetten en te verwijderen. Tegelijkertijd is aan deze naaldwisselaar aan het andere einde een penseel voor het schoonmaken van de machine bevestigd.
- Naaivoet
- De naaivoet is vereist om naaiwerk te kunnen uitvoeren. Hij is vervangbaar. De normale naaiwerkzaamheden worden met de standaardnaaivoet uitgevoerd. Voor bijzondere werkzaamheden, zoals elastiek aanzetten of rimpelen, zijn er een heleboel speciale naaivoetjes.
- Naaivoetdruk
- De naaivoetdruk is instelbaar, maar in de regel is dat zelden nodig. Alleen bij heel erg dikke, of juist heel dunne stoffen kan het nodig zijn de naaivoetdruk iets te verhogen, resp. de verlagen.
- Naadreststof
- Let er bij het knippen op, dat de naad een zekere breedte heeft. Neem daarom iets meer stof om ruimte voor de naad over te houden. Deze extra vereiste stofbreedte noem je ook wel naadreststof.
O
- Overlocken
- Zo noem je het proces, waarbij je met een overlocknaad de stofrand omnaait en afwerkt.
- Onderdraad
- Wordt met de bovendraad geketend tot een naad.
- Onderdraadspanning
- Werkt hetzelfde als de bovendraadspanning. De draad ligt tussen twee metalen schijven. Op deze schijven is een spanveer aangebracht, die je met een schroef of draaiknop zo kunt instellen, dat je meer of minder druk op de schijven uit kunt oefenen, zodat je wederom de draad vaster of losser door deze schijven kunt laten bewegen,
- Ondergrijper
- Dat is de onderste grijper in de overlock, maakt lussen bij de naad onder de stof.
- Ondermes
- Dat is het mes aan de overlock, dat vastgeschroefd is, in tegenstelling tot het bovenmes, dat beweeglijk is.
- Oplosbare stabilisator
- Een soort folie, wordt graag bij heel dun weefsel gebruikt om de naad te versterken.
- Ovation
- Dit is een 8-draads-coverlockmachine met luchtstootsysteem, ATD, wave-naad, kniehevel, snelheidsregelaar.
- Overlockvoet
- Dat is de standaardvoet van een overlockmachine.
- Overlockmachine
- Dit is een speciale naaimachine met mes. Hij werkt stofranden af en/of naait stoffen aan elkaar. Met deze machine kun je een groot aantal siernaden maken, bijv. een rolzoom of een platte naad.
- Overlocknaad
- De overlocknaad is een zeer elastische naad waarmee bijzonder elastische stoffen zoals jersey en tricotstoffen heel goed samen te naaien zijn.
P
- Platte naad
- Ook wel flatlocknaad genaamd is een bijzondere overlocknaad waarmee stoffen met elkaar worden verbonden. De platte naad wordt in de regel alleen met twee draden genaaid, maar is ook met drie draden mogelijk. Het voordeel van de platte naad is, dat er geen extra stof vereist is, wat bij kleding met speciale functies een groot voordeel is. Verder is het een siernaad die zowel aan de onder- als bovenkant gebruikt kan worden.
- Paillettenvoet
- Ook parelvoet genaamd, is een speciaal naaivoetje om pailletten, kralen, loodband etc. vast te naaien.
- Paspelvoet
- Dit is een speciale naaivoet voor het innaaien van paspelband en om paspelband te maken.
- Parelvoet
- Wordt ook paillettenvoet genoemd en is een speciaal naaivoetje voor het vastnaaien van parels, kralen, pailletten, loodband etc.
- Polyester garen
- Dit is een niet-scheurende, stevige draad voor naaimachines, overlock- en coverlockmachines.
- Pomphendel
- Machines van baby lock die geen motoraangedreven Jet Air inrijgsysteem hebben, hebben een pomphendel, waarmee de lucht in het kanaal wordt gepompt.
Q
- Quilten
- Samen steppen van 2 of 3 lagen materiaal, handquilten, machinequilten.
- Quiltmachine
- Naaimachines met stopprogramma, quiltmachine met lange arm, midarmquiltmachine
R
- Riemlusvouwer
- Dit is een apparaat, dat in de coverfuncties wordt gebruikt. Stroken worden met dit apparaat aan beide zijden gevouwen. Het apparaat wordt aan de covermachine of aan de gecombineerde machine geschroefd. De riemlusvouwer is niet bij levering inbegrepen.
- Rechte steek
- De rechte steek is de basisnaad waarmee stoffen worden samengenaaid.
- Rimpelvoet
- De rimpelvoet is een speciale voet en niet bij levering inbegrepen. Bij behoefte kan hij apart worden bijbesteld. Met de rimpelvoet kun je twee stoflagen verbinden, zodat een laagje stof gerimpeld op de andere stof wordt aangebracht. Het voordeel van de rimpelvoet is dat je hiermee drie arbeidsprocessen in één stap doet: Gelijkmatig rimpelen, randen afwerken en aannaaien.
- Rimpelen
- Rimpelen noemt men het plooien van een stof op een gewenste lengte.
- Rayon
- Rayon is een hoogwaardig glanzend machinestikgaren, siergaren voor over- en coverlockmachines.
- Ringschaar
- De ringschaar wordt ook vingerschaar genoemd en dient om de draad aan het begin en eind af te knippen bij het naaien.
- Rolnaad
- Dit is een 2- of 3-draads overlocknaad, een zeer smalle naad om dunne stoffen samen te naaien, als zoom.
- Rollzoom
- 2- of 3-draads overlocknaad, smalle naad als zoom, siernaad
- Rolmes
- Handmes met rond lemmet om meerdere lagen stof te snijden
- Ruffler
- Ook plooivoet genaamd, naaimachine-accessoire om plooien gelijkmatig te leggen
S
- Spoel
- Bedoeld is een grote garenspoel. Een grote spoel is voor machines met een groot garenverbruik zinvol.
- Siergaren
- Behalve de gebruikelijke garens voor het sluiten van een naad zijn er nog talloze siergarens om accenten op het naaiwerk te zetten.
- Siersteek
- Zo noem je de naden, die naast de praktische functie ook nog een siereffect hebben.
- Sierketen
- Een sierketen wordt gevormd bij het naaien zonder stof met een overlock- of een coversteek.
- Steekbreedtetong
- Dat is de tong in de steekplaat, waar de grijpers de lussen omheen leggen. Met een of twee naden worden dan deze lussen bevestigd.
- Schuinbandvouwer enkel
- Dit apparaat dient voor het afzetten van de stofrand met een coversteek of kettingsteek. Er wordt een strook aan de stofrand genaaid. De schuinbandvouwer vouwt voor het naaien de bovenkant dubbel en de onderkant enkel.
- Sashiko
- Japanse stiktechniek, staafjestechniek, sashiko-machine van baby lock, imiteert handquiltsteek
- Satijnsteek
- Vulsteek, dicht naast elkaar liggende steken, die een glad vlak vormen
- Sluitnaad
- De sluitnaad is om twee stofdelen aan elkaar te naaien.
- Snijmat
- Dit is een onderlegger met maatindeling om stoffen met een rolmes te snijden. Het beschermt de tafel tegen het scherpe rolmes.
- Snijbreedte
- Dat is de afstand tussen naald en mes bij over- en coverlockmachines, ook steekbreedte genaamd.
- Snijrand
- De snijrand is de rand van de stof na het op maat snijden.
- Smokken
- Je naait één of meer elastiekbanden onder een stof en trekt deze dan samen. Dit rimpeleffect heet ook wel smokken.
- Speciale accessoires
- Dit zijn optionele accessoires om bepaalde naaiwerkzaamheden te vergemakkelijken of uit te kunnen voeren.
- Standaardaccesssoires
- Dit zijn bij levering van de machine inbegrepen accessoires.
- Steekbreedte
- De steekbreedte kun je bij de overlock met een draaiknop verstellen. Principieel wordt de naadbreedte door het gebruik van een rechternaald (smal) of linkernaald (breed) bepaald, die je nog smaller of breder kunt instellen.
- Steeklengte
- Dat is de afstand tussen de steken in de lengterichting.
- Steekplaat
- De steekplaat is het werkvlak waarover de stof met de transporteur en naaivoet wordt bewogen.
- Stikvlies
- Dit is hulpmateriaal in verschillende vormen voor het verstevigen van een stof bij diverse naaiwerkzaamheden. Er is ook stikvlies dat na het naaiwerk weggespoeld kan worden.
- Stofophoping
- "Soms heb je een stofophoping aan het begin van een naad. De stof wordt niet door de transporteur opgepikt, omdat hij niet goed onder de naaivoet ligt."
T
- Tricot
- Tricots zijn industrieel gebreide stoffen.
- Tornmesje
- Dit is een nuttig gereedschap met een scherpe punt om een naad handmatig los te halen.
- Tricotstoffen
- Tricotstoffen zijn in de regel breisels, vergelijkbaar met breisels die met de hand gemaakt zijn. Het verschil is dat de mazen duidelijk kleiner zijn. De tricotstoffen worden machinaal op grote fijnbreimachines gemaakt.
- Transparante voet
- Een doorzichtig naaivoetje, hiermee heb je beter zicht op het naaiwerk, vooral bij covernaden is dit een voordeel.
- Telescoopdraadgeleiding
- Zo heet de uittrekbare stang met draadgeleiding aan de over-, cover- en coverlockmachines.
- Transporteur
- Hij beweegt de stof tussen naaivoet en steekplaat naar voren en terug en bevindt zich onder de steekplaat.
V
- Veiligheidsnaad
- Wordt als versterkende naad parallel aan of over een bestaande naad genaaid om deze extra veiligheid en stevigheid te geven.
- Vleugelschaar
- Dit is een applicatieschaar met vleugelpoten. Deze voorkomt onbedoeld knippen in de stof. Deze schaar wordt graag gebruikt voor het knippen van een zoom die met een covermachine is genaaid. De vleugelschaar resp. applicatieschaar is een bijna onmisbaar werktuig bij de covermachine.
- Voetpedaal
- Dat is een pedaal om de machine mee te besturen. De voetpedaal is via een kabel met de machine verbonden. Is de machine ingeschakeld en trap je op de pedaal, dan zet je de machine in gang. Hoe sterker je op het pedaal trapt, hoe sneller de machine naait.
- Voetdruk
- Met een schroef of een knop aan de machine kun je de druk van het naaivoetje op de stof beïnvloeden. Is de stof bijzonder dik of juist heel dun, dan kan het nodig zijn de druk te regelen.
- Viltmachine
- De viltmachine is een speciale machine voor het vilten met naalden.
- Verbindingsnaad
- Zo heet de naad, die twee of meer stoffen met elkaar verbindt.
- Vlies
- Bestaat in diverse diktes. Ligt meestal tussen twee stoffen en verstevigt of verdikt de stof.
W
- Wavenaad
- Ook golvende naad genaamd, is een bijzondere afwerknaad (siersteek) die alleen met baby lock-machines kan worden gemaakt.
- Wave-steek
- Ook golvende steek genaamd, is een bijzondere afwerknaad (siersteek) die alleen met baby lock-machines kan worden gemaakt.
- Wollen garen
- Wollen garen is een speciaal garen met eigenschappen zoals wol die heeft.
- Wolsteek
- Dit is een bijzondere steek voor het afwerken van wollen dekens e.d.
Z
- Zoom
- De zoom is de onderste rand aan een stof.
- Zoomgeleiding
- De zoomgeleiding is een apparaat om de afstand tussen stofrand en naad vast te zetten om een rechte naad te krijgen.
- Zoomgeleider enkele omslag
- Dit apparaat dient voor het recht zomen met de coversteek. Hij vouwt de stofrand voor het naaien een keer om.